Zoals benadrukt werd in Total Archery onder “Pauze tussen Schoten” (Time Interval Between Shots), werd bij de experimenten - waarbij de tijd tussen twee schoten werd verminderd van 120 seconden naar een tijd die lag tussen de 30 tot 50 seconden - een ongelofelijke vaste regelmaat aangetoond in de pijlsnelheid. Bij het eerste experiment bij 120 seconden werd een algemeen verschil aangetoond dat lag tussen de 1,5 – 2,1 m/sec en het experiment bij 30 – 50 seconden toonde een verschil aan dat niet meer bedroeg dan tussen de 0,3 – 0,6 m/sec; resultaten waarvan wij vinden dat die niet gemakkelijk genegeerd konden worden.
In de tabel hieronder is het effect op de scores, die verschillende pijlsnelheden op verschillende afstanden kunnen hebben, op een rij gezet. Duidelijk is dat, hoe groter de afstand des te groter is de invloed op de score, op de 90 meter, dan vanzelfsprekend, de grootste impact wordt getoond. Ook als we kijken bij de 70 meter, de Olympische ronde, zien we dat de verschil van 0,3 m/sec een 9 in plaats van een 10 betekent en 0,6 m/sec een 8, wat net bepalend kan zijn of je nu een wedstrijd wint of verliest. Verschil in pijlsnelheid, behalve door de pauze, kan ook een indicatie zijn van technische onvolkomenheden in vorm / conditie. Een groter verschil in snelheid komt blijkbaar meer voor bij schutters die het trekproces ononderbroken uitvoeren, dat wil zeggen die continu ononderbroken trekken en als zodanig voorbij gaan aan de “houd” positie (zie KSL Schietcyclus, § 8) en als zodanig geen uitzonderlijke spanning overdracht kan plaatsvinden op de booghand, vingers en onderarm naar de rugspieren.
We willen je aanbevelen dat je een stopwatch probeert neemt en aan het begin van de oefenbijeenkomst achter elkaar 6 pijlen schiet (na de warming up), halverwege de oefenbijeenkomst nog eens 6 pijlen en opnieuw 6 pijlen aan het einde van de oefenbijeenkomst. Verschillende afwijkingen op verschillende momenten tijdens je oefenbijeenkomst is wellicht ook een indicatie of je fit genoeg (geschikt) bent om aan een wedstrijd mee te doen of juist niet.
Tabel met de verschillen in snelheid en hun effecten.
DISTANCE: 90M FACE SIZE: 122CM |
1 |
2 |
3 |
4 |
Speed M/S (~FPS) |
Drop over distance in Meters |
Vertical Drop Variance in MM |
Score |
61.0 (200) |
10.674 |
0 |
10 |
60.7 (199) |
10.780 |
106 |
9 |
60.4 (198) |
10.887 |
213 |
7 |
60.1 (197) |
10.996 |
322 |
5 |
59.8 (196) |
11.107 |
433 |
3 |
59.5 (195) |
11.219 |
545 |
2 |
DISTANCE: 70M FACE SIZE: 122CM |
Speed M/S (~FPS) |
Drop over distance in Meters |
Vertical Drop Variance in MM |
Score |
61.0 (200) |
6.457 |
0 |
10 |
60.7 (199) |
6.521 |
64 |
9 |
60.4 (198) |
6.586 |
129 |
8 |
60.1 (197) |
6.652 |
195 |
7 |
59.8 (196) |
6.719 |
262 |
6 |
59.5 (195) |
6.787 |
330 |
5 |
DISTANCE: 50M FACE SIZE: 80CM |
Speed M/S (~FPS) |
Drop over distance in Meters |
Vertical Drop Variance in MM |
Score |
61.0 (200) |
3.294 |
0 |
10 |
60.7 (199) |
3.327 |
33 |
10 |
60.4 (198) |
3.360 |
66 |
9 |
60.1 (197) |
3.394 |
99 |
8 |
59.8 (196) |
3.428 |
134 |
7 |
59.5 (195) |
3.463 |
168 |
6 |
DISTANCE: 30M FACE SIZE: 80CM |
Speed M/S (~FPS) |
Drop over distance in Meters |
Vertical Drop Variance in MM |
Score |
61.0 (200) |
1.186 |
0 |
10 |
60.7 (199) |
1.198 |
12 |
10 |
60.4 (198) |
1.210 |
24 |
10 |
60.1 (197) |
1.222 |
36 |
10 |
59.8 (196) |
1.234 |
48 |
9 |
59.5 (195) |
1.247 |
61 |
9 |
DISTANCE: 18M FACE SIZE: 40CM |
Speed M/S (~FPS) |
Drop over distance in Meters |
Vertical Drop Variance in MM |
Score |
61.0 (200) |
0.427 |
0 |
10 |
60.7 (199) |
0.431 |
4 |
10 |
60.4 (198) |
0.435 |
9 |
10 |
60.1 (197) |
0.440 |
13 |
10 |
59.8 (196) |
0.444 |
17 |
10 |
59.5 (195) |
0.449 |
22 |
9 |
Aanvullende opmerkingen bij de snelheidstabel:
-
Kolom 1 – Er wordt verondersteld dat op de hoogste snelheid de pijl het middelpunt van het doel raakt.
- Kolom 2, geeft het hoogste punt aan boven het middelpunt van het doel. Bijvoorbeeld bij 90 meter en bij
61 m/sec is het hoogste punt dat de pijl kan bereiken 10,674 meter + 1,3 meter (afstand maaiveld tot het middelpunt van het doel) of bij benadering 12 meter boven het maaiveld.
- Bij de berekening van de pijlsnelheid is geen rekening gehouden met de invloed van wind, wrijving of andere
factoren die de pijlsnelheid kunnen beïnvloeden, omdat de tabel alleen tot doel heeft om duidelijk te maken
en te benadrukken wat de invloed van de verschillende pijlsnelheden is op de mogelijke scores en het belang
aan te tonen dat een juiste techniek vereist is om regelmatige pijlsnelheden te realiseren.
-
De pijlsnelheid van 61 m/sec is gebaseerd op en trekgewicht van ongeveer 42 pond. Enkele topschutters
kunnen schieten met een trekgewicht van meer dan 50 pond. Elk pond meer trekgewicht is bij benadering
ruwweg te vertalen naar 0,6 m/sec, waaruit volgt dat de pijlsnelheid - voor een schutter die met 52 pond
schiet - in de buurt ligt van ongeveer 67 m/sec. Niettemin, op de 90 meter betekent dit een verval
(hoogteverschil) van 70 mm voor elke 0,3 m/sec in plaats van 106 mm, dus nog steeds een 9 in plaats van
een 10. Echter, op de 70 meter bedraagt het verval verschil 49 mm in plaats van 64 mm, dus alles is om het
even en zo zou het een 10 kunnen zijn in plaats van een 9 MAAR we moeten ons niet laten verblinden door snelheid, ook een te zwaar trekgewicht zal voor
een bepaalde schutter invloed hebben op zijn / haar uithoudingsvermogen, vorm (conditie) en mogelijke
score meer dan al het andere.
(zie grafiek hieronder).
MAAR we moeten ons niet laten verblinden door snelheid, ook een te zwaar trekgewicht zal voor een bepaalde schutter invloed hebben op zijn / haar uithoudingsvermogen, vorm (conditie) en mogelijke score meer dan al het andere.
|